- Tentoonstelling: De Sacharovprijs, het Europees Parlement en de mensenrechten in de wereld
- Het Europees Parlement en de verdediging van de mensenrechten in de wereld
Het Europees Parlement zette zich al vroeg in voor de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Het was vastbesloten om de democratische roeping van het Europese project kracht bij te zetten. Maar pas met de goedkeuring van de Slotakte van Helsinki in 1975 voerden de leden van het Parlement hun inspanningen op het gebied van de mensenrechten op. Datzelfde jaar was het Parlement erg verheugd over het feit dat de Nobelprijs voor de Vrede werd toegekend aan dissident en natuurkundige Andrej Sacharov, die in 1970 betrokken was bij de oprichting van het Mensenrechtencomité in de Sovjet-Unie.
Het Parlement liet herhaaldelijk zijn afkeuring blijken over de beslissing van de Sovjetautoriteiten om Sacharov te verbannen en hun weigering hem een visum af te geven waarmee hij naar Oslo zou kunnen reizen om de prijs persoonlijk in ontvangst te nemen. De Parlementsleden pleitten voor Sacharovs vrijlating en de toelating voor hem en zijn vrouw om de Sovjet-Unie te verlaten. Het Parlement besprak zelfs of er voor Sacharov een zetel moest worden vrijgelaten in de parlementaire kamer.
Na de rechtstreekse algemene verkiezingen van 1979 gaven de leden van het Parlement onmiddellijk politieke prioriteit aan de ontwikkeling en verdediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Het Parlement heeft sindsdien gestaag meer resoluties aangenomen op dit gebied. In 1984 kreeg de Politieke Commissie van het Parlement een Subcommissie mensenrechten. Deze subcommissie zette de werkzaamheden voort van de vorige commissiewerkgroep, die belast was met de mensenrechtenproblematiek, waaronder de rechten van minderheden, en de rechtsstaat in landen buiten de EU. Om mensenrechtenschendingen publiekelijk af te keuren, stelde de Politieke Commissie van toen af aan elk jaar een verslag op over de mensenrechtensituatie in de wereld en over de ontwikkeling van een gemeenschappelijk beleid op dit gebied. Maar het Parlement wilde voortdurend sterker optreden. Het stuurde Parlementsleden overal ter wereld om verkiezingen waar te nemen. Verder werkte het Parlement nauw samen met parlementen in niet-EU-landen om ervoor te zorgen dat de internationale economische en handelsakkoorden van de EU clausules bevatten die de mensenrechten waarborgen en de parlementaire democratie bevorderen.