- Tentoonstelling: Het Jean Monnet-huis
- Jean Monnet, een grondlegger van Europa
Jean Monnet werd geboren in 1888. Hij heeft zijn leven lang geijverd om de Europeanen samen te brengen en wordt tegenwoordig gezien als een sleutelfiguur in de geschiedenis van de Europese integratie. Hij startte zijn loopbaan in de cognacstokerij van zijn familie, maar raakte al snel betrokken bij organisaties voor samenwerking tussen de geallieerden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij werd vervolgens benoemd tot plaatsvervangend secretaris-generaal van de Volkenbond, waarna hij aan de slag ging als internationaal bankier. In 1940 was Europa opnieuw verscheurd door oorlog. Monnet stelde voor een Frans-Britse unie op te richten en de twee landen volledig samen te voegen om de nazi’s te verslaan. Dit project is weliswaar mislukt, maar Monnet bleef strijden voor democratie en werd hoofd van het “Victory Program” in Washington D.C.
Na 1945 stond Monnet aan de leiding van het Franse commissariaat-generaal bij het plan voor modernisering en uitrusting. Hij was ervan overtuigd dat Frankrijk alleen welvarend en veilig kon zijn als de verschillende Europese staten economische toenadering tot elkaar zochten. De Koude Oorlog werd steeds tastbaarder in de samenleving. Monnet wist dat echte solidariteit tussen de Europese partners alleen mogelijk was via diepe integratie in belangrijke sectoren binnen een functioneel Europa. Zo werd de basis gelegd voor de “méthode Monnet”. Deze methode houdt in dat kleine stappen tot toenadering werden genomen en soevereiniteit werd overgedragen aan supranationale instanties. Daarvoor was een sterke overtuigingskracht en een goede organisatie nodig. Ook moesten landen op dezelfde lijn zitten om gemeenschappelijke belangen na te streven.
In 1950 deed Monnet een voorstel aan Robert Schuman, de Franse minister van Buitenlandse Zaken. De kolen- en staalproductie van de landen in West-Europa moest tot een gemeenschappelijk stelsel worden samengevoegd onder toezicht van een Hoge Autoriteit die deze strategisch belangrijke sectoren rechtstreeks en op onafhankelijke wijze zou leiden. De Hoge Autoriteit handelde in het belang van iedereen en verzette zich tegen het nationaal eigenbelang. De samenvoeging van de kolen- en staalproductie zou een nieuwe oorlog tussen Frankrijk en Duitsland ondenkbaar en materieel gezien onmogelijk maken. De gruwelen die Europa onlangs had meegemaakt, zouden dus niet opnieuw de kop op kunnen steken. Deze droom werd werkelijkheid met de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1951. Voor Monnet betekende dit een eerste stap op weg naar een “Verenigde Staten van Europa”.
Als eerste voorzitter van de Hoge Autoriteit van de EGKS in Luxemburg was Jean Monnet sterk voorstander van de Europese Defensiegemeenschap. Hij hoopte dat deze zou leiden tot een nieuw beleidskader en de oprichting van een Europees leger. Frankrijk vreesde echter dat het zijn nationale soevereiniteit zou verliezen, waardoor dit project is mislukt. Daarop nam Monnet ontslag en richtte hij in 1955 het Actiecomité voor de Verenigde Staten van Europa op om de strijd voort te zetten. Het comité bestond uit politieke en vakbondsleiders. Ruim twintig jaar lang vormde het een soort lobby voor concrete verwezenlijkingen op het vlak van een verenigd Europa. Monnet was de stuwende kracht achter de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom). Hij pleitte ook voor de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Gemeenschappen en voor de invoering van een gemeenschappelijke Europese munt. Daarnaast stond hij in 1974 achter de oprichting van de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders, waarin de Europese leiders nauwer met elkaar gingen samenwerken in het belang van alle Europese burgers. Jean Monnet overleed in 1979, enkele maanden voor de allereerste Europese verkiezingen waarvoor hij had geijverd.